Uitgangspunt is dat iedereen de gelegenheid krijgt om veilig te trainen. Daarom is het nodig dat we ons aan een aantal belangrijke regels en afspraken houden, die hieronder staan vermeld.

 

  1. ROOD LICHT: ga niet het ijs op zolang de rode lamp brandt.
  2. BESCHERMING: het dragen van handschoenen is verplicht; een muts, hoofdband of helm is gewenst.
  3. RIJRICHTING: rij altijd op de baan linksom en nooit in tegengestelde richting.
  4. KUSSENS: ga nooit op de kussens zitten en raak met de schaatsen de kussens niet aan.
  5. OPSTELLING: tijdens instructie staan de rijders zo dicht mogelijk bij en met de rug naar de kussens; nooit aan het uiteinde van de bocht; de trainer staat zo opgesteld dat deze altijd de aankomende schaatsers in het oog kan houden.
  6. GROEPEN: maximaal 10 mensen achter elkaar bij in- en uitrijden en tijdens trainingsopdrachten.
  7. BEGIN VAN OEFENING: kijk even over je linkerschouder of er voldoende ruimte is, voordat je aan een trainingsopdracht begint. Achter elkaar beginnen en van buiten naar binnen de snelheid opvoeren.
  8. STARTEN: nooit startoefeningen vlak na de bocht (dus niet op de 500- of 1500m. startstreep) en minimaal 30 minuten na aanvang van de training
  9. SNEL: snel tempowerk aan de binnenkant van de baan, (inrijbaan).
  10. LANGZAAM: langzamer duur- en techniekwerk op de binnenste wedstrijdbaan.
  11. EINDIGEN: beëindig een oefening nooit in de bocht en kijk altijd of je genoeg ruimte hebt. Ga dan zo snel mogelijk naar de buitenkant van de baan en verminder je snelheid zodat anderen niet worden gehinderd!
  12. RECHTOP SCHAATSEN NA OEFENING: niet meer dan 2 man breed en aan de buitenkant van de baan
  13. INHALEN: Haal altijd links in en roep bij te weinig ruimte luid en duidelijk “hogerop”. Hoor je iemand “hogerop” roepen, ga je zo veel mogelijk naar rechts. Degene die inhaalt is verantwoordelijk voor de actie!!
  14. STILSTAAN: nooit stilstaan aan de binnenkant van of midden op de baan, of in de bocht.
  15. ROOD LICHT: als het licht op rood springt, verlaat dan zo snel mogelijk de baan.

 

Verder wordt iedereen, zowel trainers als rijders geacht erop toe te zien dat deze regels worden nageleefd: spreek elkaar er op aan!

Calamiteit

Klinkt er in Kardinge een mechanisch toetersignaal (ontruimingssignaal slow whoop), dan dient men de baan direct te verlaten. Er is een calamiteit en er wordt ontruimd. Volg de aanwijzingen van het personeel, de politie of brandweer.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *